Sommige leerlingen in je klas zijn snel overprikkeld. Prikkels van buitenaf: geluid, geuren, visueel, structuren, smaken. Maar ook prikkels van binnenuit kunnen een overdaad veroorzaken: gedachten, piekeren, stress, pijntjes enzovoorts. Deze kinderen kunnen zich moeilijker focussen, het werk is niet altijd af, ze kunnen overstuur raken, druk gedrag vertonen of juist zichtbaar vermoeid raken. Hoe kan jij deze leerlingen helpen? Hieronder 5 tips voor in de klas!
1. De positie in de klas
Waar de leerling zit, kan een groot verschil maken. Zit het kind bij een raam of dichtbij de instructietafel? Aan een drukke looproute? Met het kind overleggen over wat het kind zelf een fijne plek vindt, staat voorop. Over het algemeen genomen kun je zeggen dat deze kinderen graag het overzicht houden (achterin), zo min mogelijk drukte om zich heen willen hebben en een voorkeur hebben voor een georganiseerde, opgeruimde omgeving.
2. Geluidsreductie
De koptelefoon is een bekende. Ook hier geldt dat er altijd overleg moet plaatsvinden, want niet ieder kind vindt hetzelfde fijn. En extra tip hierbij: voeg een geluid toe in plaats van te proberen de geluiden weg te nemen. Een koptelefoon dempt, maar neemt niet 100% de geluiden weg. Plus een koptelefoon mag je niet lang op, omdat je gehoor er juist gevoeliger van wordt als de koptelefoon weer af gaat. In plaats daarvan kan de leerling oortjes in doen (oude telefoon, mp3 speler) met rustgevende muziek.
3. Ontladen – Opladen
Is er een rustige plek op school waar de leerling even op adem kan komen? Even loskomen van alle prikkels, ademhalen en daarna weer (enigszins) opgeladen terugkeren in de klas. Laat het kind zelf nadenken over waar het rustig van wordt. Is dat zijn knuffel die op die plek mag liggen? Even tekenen of bouwen? Is dat liggen in een hangmat? Vele mogelijkheden en een kind kan dat vaak goed aangeven. De kans dat de leerling bij terugkomst productiever en actiever is, neemt op deze manier echt toe.
4. Tips en strategieën bedenken
Als je samen met het kind gaat zitten om manieren te bedenken hoe het kind beter om kan gaan met al die prikkels, werk je aan begrip en ook aan een gevoel van autonomie. De leerling weerbaar maken is belangrijk, want een 100 % prikkelvrije omgeving gedurende de hele dag kan je hem niet bieden. Maak samen strategiekaartjes. Wat kan ik doen als ik druk word? Wat kan ik doen als ik voel dat mijn energiepotje leeg is? Verzamel de kaartjes, hang ze aan een keycord of een verzamelring en laat de leerling dit bij zich houden, zodat hij deze altijd kan raadplegen.
5. Begrip
De belangrijkste van allemaal: creëer begrip voor de situatie. De leerling heeft hulp van jou nodig. Bekijk de belemmerende factoren en daarmee de onderwijsbehoeften, maar kijk vooral ook of je de stimulerende factoren in kan zetten om te werken aan de uitdagingen. Als de leerling mag zijn zoals hij is, voelt het zich op zijn minst veilig bij jou en dat is voorwaarde om te kunnen groeien en leren.