De missie van ZIEN in de Klas is alle klassen gelukkig zien en gelijke kansen voor elk kind. Het geluk dat we willen overbrengen, begint bij jezelf en vaak is daar is een gezonde dosis zelfvertrouwen voor nodig. Dat een leerkracht daar een hele grote rol in kan spelen en het verschil kan maken voor een leerling, blijkt wel uit de mooie blog die onze collega Neomi schreef.
Het is vijf voor acht op een woensdagochtend. Mijn voornemen om ‘s avonds de broodtrommels te vullen en de ontbijttafel te dekken is al twee dagen gelukt. Tot nu toe loopt alles gesmeerd. De oudste is op tijd vertrokken op de fiets naar de middelbare school. ‘Alleen nog de broodtrommel van de jongste in zijn tas stoppen, zoonlief moet zijn tanden nog poetsen en schoenen aan, een kam door zijn haar en niet vergeten om…’.“Mam, we zijn toch gemaakt van sterrenstof?” Ik ontwaak uit mijn gedachten. Sterrenstof? Wat was daar ook alweer mee? Ik kijk naar de klok. Deze vraag verdient meer tijd dan er nu is en meer aandacht dan ik nu heb. “Waarom denk je dat we gemaakt zijn van sterrenstof?”, vraag ik. “Jij hebt dat zelf gezegd, je weet wel, van die school met dat meisje en die juf. Kan je dat verhaal nog een keer vertellen?” “Als we op de fiets zitten, zal ik het vertellen”.
Op de fiets denk ik terug aan het rekenonderzoek bij het meisje en haar juf en hoeveel ik van mijn werk hou. Elke keer ervaar ik weer hoe leerkrachten het verschil maken. In de school aangekomen, loop ik een brede stenen trap op. De gang is gevuld met tekeningen, bouwwerken en creaties van kinderen. Ik sta voor de deur van het lokaal en doe open. Ik zie een halve kring van 2 rijen. Veel kinderogen en de ogen van een juf op mij gericht. Het is stil. Ik kijk terug naar de kinderen en dan naar de juf. De juf doorbreekt de stilte met enthousiasme en spanning in haar stem: “Kom erbij zitten”. “Ik ben nog even aan het vertellen en het is belangrijk!”. Ik ga net als de tweede rij op een tafel zitten en geniet stiekem als een kind, omdat tafels, volgens velen, niet gemaakt zijn op te zitten. Ik zoek het meisje met wie ik straks ga werken en zie haar. Ze heeft mij ook gezien en kijkt weer naar de juf, net als de rest. De juf gaat verder: “Kijk eens om je heen. Wat zie je allemaal dat met het heelal te maken heeft?” Ik zie een grote poster en boeken over planeten en sterren, maar ook knutselwerken op het raam. Ik zie vingers die als raketten de lucht in schieten. Ik hoor antwoorden die als kometen door het lokaal vliegen, elkaar aanvullend tot een sterrenstelsel. “En kijk nu eens naar elkaar”….het wordt stiller…..”en naar jezelf”…..nog stiller….”Wat zie je nu dat met het heelal te maken heeft?” Stilte, grote ogen, vragende blikken. “Als je met een microscoop naar de allerkleinste stofjes kijkt van een ster en naar de allerkleinste stofjes van ons lichaam, dan zie je dat de stofjes hetzelfde zijn. Precies dezelfde stofjes, maar dan net een andere hoeveelheid van elk stofje. We zijn gemaakt van sterrenstof”. Ik zie kinderogen die naar hun eigen handen kijken, eerst de buitenkant en dan de binnenkant. Het is weer stil. Het meisje voor wie ik ben gekomen, doorbreekt de stilte: “Dus eigenlijk zijn we allemaal sterren?” ” Precies”, antwoordt de juf: “Jullie zijn allemaal sterren, vergeet dat nooit”.
“Mam, ben je al klaar om het te vertellen?” Mijn zoontje kijkt mij verwachtingsvol aan, terwijl zijn beentjes toeren draaien. “Ja, ik ben klaar om te vertellen”. “Ik was op een school om met een meisje te werken die in veel dingen goed is en rekenen moeilijk vindt…”. Voordat ik aan m’n volgende zin begin, denk ik nog even: Met het zelfvertrouwen van dit meisje zit het wel goed, want dankzij haar juf weet ze dat ze een ster is.