In de klas van juf Irma, loopt Kas naar de themahoek ‘de bakkerij’, waar bakker Elias al met een echte deegroller op hem wacht. Elias begroet Kas enthousiast en samen maken ze een plan.

Ze verdelen de rollenkaartjes (bakker, klant, caissière), kijken naar het spelscript dat ze eerder deze week met de juf gemaakt hebben en bedenken samen een verhaal. 

Kas en Elias zijn druk in de bakkerij. Ze maken chocoladeletters van wit en bruin brooddeeg, schrijven bonnetjes en maken bestellijsten. 

Kas en Elias wijzen de klanten uit de huishoek erop dat ze eerst een nummertje uit het apparaat moeten trekken. Ze noemen dan het nummer dat aan de beurt is en zetten hun knijper op het juiste cijfer op de knijpkaart.

Juf Irma heeft haar naamkaartje ook op het planbord opgehangen bij de hoek ‘de bakkerij’. Ze kijkt even toe hoe het spel verloopt en sluit dan aan in de rij van de bakker, niet als juf, maar als speelmaatje. Als ze zegt dat ze aan de beurt is, wijzen de bakkers haar erop dat ze nummer 7 heeft en dat nummer 5 en 6 eerst aan de beurt zijn. ‘Mevrouw, u moet daar in de rij gaan staan.’ 

Ze bestelt 5 bruine broodjes, een glutenvrij gebakje en de chocoladeletter I. Oeps, er lagen heel veel chocoladeletters klaar, maar de I nog niet. De bakkers gaan snel aan de slag. 

‘Jammer dat ik geen Karima heet, dan kreeg ik meer chocolade bij mijn letter.’ mompelt juf Irma verdrietig. De bakkertjes bedenken dat ze een weegschaal nodig hebben om het deeg eerlijk af te wegen. De weegschaal moeten ze halen in groep 3. Alleen dan moet de winkel even dicht. Kas en Elias zetten een groot rood kruis op een briefje, plakken dit op de kartonnen deur van de bakkerij en gaan op pad. 

Als observant zit ik op deze momentjes stilletjes in een hoekje te genieten. Ik zie dat de kinderen intrinsiek gemotiveerd zijn om te spelen in deze krachtige leeromgeving. Juf Irma begrijpt jonge kinderen. Ze speelt als leerkracht een cruciale rol. Juf Irma sluit aan en voegt toe, met de doelen voor de kleuters in haar hoofd. Prachtig!