De missie van ZIEN in de Klas is alle klassen gelukkig zien en gelijke kansen voor elk kind. Het geluk dat we willen overbrengen, begint vaak met verbinding en afstemming. Dat je als arrangementsbegeleider daar een hele grote rol in kan spelen en het verschil kan maken voor een leerling, blijkt wel uit de mooie blog die onze collega Dounia Sayah schreef.
“M. is een intelligente jongen van 17 jaar met een autisme spectrum stoornis. Hij zit in het 5e leerjaar van het gymnasium. Is reeds een aantal maanden wegens (stress)klachten en fysieke klachten volledig uitgevallen op school. Zijn belastbaarheid is beperkt”.
Een jaar geleden las ik deze informatie in een aanvraag voor een arrangement. Gevraagd werd om op school individueel met M. te gaan werken aan zijn examenvakken, waarbij langzaam zou worden toegewerkt naar volledige terugkeer naar zijn klas. Mijn eigen onzekerheden kwamen even de hoek om kijken: “Wat kan ik zo’n intelligente jongen hierin bieden? Hoe kan ik hem helpen met vakken waar ik inhoudelijk minder over weet?”. De ratels in mijn hoofd gingen zo nog even door. Tot ik uiteindelijk mijn gedachten wist terug te brengen: “Rustig aan, begin maar bij het maken van contact en verbinding en kijk dan wat nodig is”.
Verbinding en afstemming in de relatie met de leerling vind ik hetzelfde als de fundamenten van een huis: zonder zou alles instorten. Tijdens mijn opleiding Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP) heb ik geleerd hoe je verbaal en non-verbaal ‘rapport’ kunt maken. Dit betekent dat je de ander als persoon waardeert zoals hij is en dat je zijn potentieel ziet (ik zie je, je bent waardevol, je hebt iets belangrijks bij te dragen, je bent welkom). Rapport wordt door de ander beschreven als het gevoel begrepen te worden zonder beoordeling. Dit leidt tot een “klik”, vertrouwen en veiligheid, oftewel de basis voor verdere samenwerking en om tot leren te komen.
Ik ging naast M. zitten en stemde mijn taalgebruik, communicatie en fysiologie zoveel mogelijk op hem af. M. hechtte veel belang aan logisch en rationeel redeneren. Ook vond hij “efficiënte communicatie” belangrijk, dus ik moest vooral niet steeds iets herhalen. M. vond het wel fijn als ik informeerde naar zijn hobby scouting en vertelde daar vervolgens graag over. Kortom, aan mij de taak om niet te veel uit te weiden en hem zoveel mogelijk te volgen, waarbij ik tegelijkertijd oprechte aandacht en betrokkenheid toonde. Het fundament was gelegd om vervolgens te kunnen focussen op zijn leerontwikkeling. Ik bleek me voor niks druk gemaakt te hebben over dat ik minder inhoudelijke kennis had van de examenvakken dan M. Als ik terugdenk aan hoe onze afspraken verliepen, verschijnt er nog steeds een glimlach op mijn gezicht. M. toonde zich als ware economiedocent die ‘hoorcolleges’ gaf aan mij over ingewikkelde economische modellen. Door de coronamaatregelen hebben onze afspraken een periode online plaatsgevonden. M. vond dat geen enkel probleem. Zo zag ik hem een keer vanuit zijn koepeltent op de camping in Friesland! Ik luisterde, vroeg door en stelde vragen. Inhoudelijk kon ik het niet altijd goed volgen, maar dat was natuurlijk niet belangrijk. Door mij uitleg te geven, nam hij ondertussen de lesstof goed in zich op en groeide zijn zelfvertrouwen. Gedurende de rest van de week was hij gemotiveerd om thuis verder te studeren en hier tijdens onze volgende afspraak over te vertellen. Wat M. nodig had, was zelf sturing kunnen geven aan zijn eigen leerproces bij iemand die betrokkenheid toonde, hem zag, hoorde en wilde volgen. Om zijn eigenaarschap te vergroten, maakte ik gebruik van “De trap naar eigenaarschap” (ook te vinden bij onze downloads).
Omdat M. fysieke klachten bleef houden, werd vrij snel duidelijk dat stapsgewijze terugkeer naar het reguliere onderwijs niet haalbaar was. Na overleg met M., ouders, school en het samenwerkingsverband kwamen we tot de conclusie dat hij het best tot leren zou komen in een kleine onderwijssetting. We hebben vervolgens een VSO school gevonden waar M. in zijn eigen tempo kon gaan opbouwen. Om de overgang naar deze school goed te laten verlopen, hebben we nog een aantal keer daar samen gewerkt. Eigenlijk was het al voldoende dat ik er was voor hem, de rest deed M. nagenoeg zelf. Bij de afronding van zijn begeleiding zei hij dat hij mij wel een keer zou laten weten hoe het gaat. Daarna namen we afscheid.
We zijn nu ruim een half jaar verder. Mijn telefoon gaat, ik krijg een bericht van M. Een geweldig kort en bondig bericht, zoals ik ben gewend van hem: “Ik heb economie met een 7 gehaald”.
Ik ben natuurlijk blij voor M. dat hij het vak gehaald heeft. Het raakt me dat hij na lange tijd mij dit laat weten, wetende dat hij moeite heeft met het leggen en onderhouden van sociale contacten. Ik realiseer me nog maar eens dat de kracht van verbinding en afstemming met de ander misschien nog wel waardevoller is dan alle inhoudelijke kennis die uit boeken komt.