Zorgen over de rekenontwikkeling?
Goed rekenonderwijs zou voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Om dit te realiseren focussen we ons vanuit ZIEN in de Klas op effectieve hulp, duidelijke rekendoelen en indien nodig het maken van een gedegen beslissing over of er dyscalculie onderzoek nodig is. Maak je je zorgen over de rekenontwikkeling van een leerling? Dan helpen wij je graag. Bij ons kun je terecht met al je vragen over dyscalculie. We hebben een team met ervaren orthopedagogen en psychologen die voor je klaarstaan.

Het onderzoek naar rekenproblemen of dyscalculie
Wat is een Pedagogisch Didactisch Onderzoek? (PDO)
Wanneer een leerling ondanks verlengde instructie in de klas onvoldoende mee kan komen met het rekenen of sociaal-emotionele problemen ervaart gerelateerd aan het rekenen, kan ervoor gekozen worden om een Pedagogisch Didactisch Onderzoek (PDO) af te nemen. Binnen het PDO rekenen wordt gekeken op welk rekenniveau de leerling werkt, wat sterke en zwakke kanten zijn per rekendomein en wordt het strategiegebruik en de rekenbeleving van de leerling in beeld gebracht. Na het onderzoek kan de orthopedagoog meedenken met school en ouders in een passende aanpak voor de leerling in de klas.
Wanneer is het raadzaam om een PDO af te nemen?
- Wanneer een leerling achterstanden heeft op rekengebied, maar het onduidelijk is wat hij of zij beheerst en welke oplossingsmanieren de leerling hanteert.
- Bij vermoedens van dyscalculie kan de uitslag van het PDO een startpunt zijn om de extra ondersteuning af te stemmen op de hiaten.
- Wanneer een leerling start met werken volgens een ontwikkelingsperspectief omdat voor rekenen de doelen van het basisonderwijs niet haalbaar zijn, kan de uitslag van het PDO een startpunt zijn om de aanpak af te stemmen.
Wat is dyscalculie?
Dyscalculie is een specifieke leeruitdaging die invloed heeft op het vermogen om getallen en rekenkundige concepten te begrijpen en te gebruiken. Het is belangrijk om te weten dat dyscalculie niets te maken heeft met intelligentie; mensen met dyscalculie kunnen net zo slim zijn als hun leeftijdsgenoten. Het betekent gewoon dat hun hersenen informatie over getallen op een andere manier verwerken. Bij dyscalculie blijft er ondanks extra ondersteuning bij het rekenen een achterstand ten opzichte van leeftijdsgenoten bestaan. Naar schatting heeft in Nederland zo’n 2 tot 3% van de leerlingen dyscalculie. Als een kind met een rekenachterstand ondanks extra ondersteuning niet vooruit gaat, kan er sprake zijn van dyscalculie. Verder onderzoek is dan nodig om dit vast te stellen.
Mogelijke kenmerken dyscalculie
Mogelijke kenmerken van dyscalculie:
- Moeite met het ophalen van rekenfeiten uit het geheugen bijvoorbeeld bij het leren van de tafels of bij eenvoudige sommen;
- Moeite met het correct uitvoeren van stappenplannen in een rekenprocedure;
- Moeite met het correct plaatsen van de getallen op de getallenlijn;
- Door elkaar halen van cijfers in grote getallen;
- Moeite met inschatten van tijd en klokkijken;
- Moeite met het automatiseren van rekenkennis;
- Tekort aan inzicht in het getallensysteem.
Om je te helpen bij het maken van een inschatting rondom dyscalculie, hebben wij een beslisboom gemaakt. Denk je dat er bij een leerling sprake kan zijn van dyscalculie? Neem dan contact met ons op. Je kunt de leerling ook direct aanmelden voor een dyscalculieonderzoek via ons ZIEN portaal. Lees hier meer over in de volgende stap.
De aanmelding voor het dyscalculieonderzoek
Om een leerling aan te melden voor dyscalculie onderzoek hebben wij een aantal gegevens nodig. Aanmelding gebeurt via het ZIEN Portaal, waarbij zowel ouders als school het intakeformulier invullen. De school is daarnaast verantwoordelijk voor het uploaden van de cijferlijst, de LOVS gegevens van de basisschool en de begeleidingsplannen. Indien er in het (recente) verleden een intelligentietest is afgenomen bij je kind, is het helpend als ook deze gegevens worden gedeeld. Wanneer we een compleet dossier ontvangen, wordt deze inhoudelijk gescreend om te bepalen of een leerling in aanmerking komt voor onderzoek. Daarbij houden we ons aan de volgende voorwaarden:
- De leerling zit minimaal in eind groep 5.
- De leerling scoort 3x achter elkaar een E/V-score op rekenen (of behoort 3 meetmomenten achter elkaar bij de zwakste 20%).
- Er is een discrepantie zichtbaar met de andere vakken (of uit eerder onderzoek is gebleken dat de achterstanden niet vanuit de cognitieve mogelijkheden verklaard kunnen worden)
- De school heeft gedurende 6-12 maanden, 60 minuten per week extra begeleiding geboden, op zorgniveau 2 (eerste half jaar) en 3 (tweede half jaar).
De screener (tevens hoofdbehandelaar) koppelt na het screenen een orthopedagoog aan het dossier in het ZIEN Portaal. Deze orthopedagoog plant samen met school en ouders het onderzoek in.
Het dyscalculieonderzoek
Het dyscalculieonderzoek neemt meestal 2 dagdelen in beslag. Het onderzoek vindt bij voorkeur op de eigen school van de leerling plaats. De gegevens van het onderzoek worden door de orthopedagoog en de hoofdbehandelaar samen geanalyseerd. Hieruit blijkt of er sprake is van dyscalculie. De orthopedagoog schrijft een verslag met gerichte adviezen, deze worden besproken in een eindgesprek met jou/jullie als ouder(s). Wanneer je daarvoor akkoord geeft, sluit school bij dit gesprek aan.
De vergoeding
Een dyscalculieonderzoek wordt helaas niet vergoed vanuit de gemeente. Dat betekent dat school of ouders het onderzoek en/of de behandeling bekostigen.
Ouders kunnen een onderzoek wel particulier aanvragen, maar we hebben wel altijd gegevens nodig van de school (LOVS en handelingsplannen).
Meer informatie en aanmelden
Wil je meer informatie over rekenproblemen en dyscalculie? Dan kun je contact met ons opnemen via info@zienindeklas.nl of via 030-2437682. Je kunt een leerling ook direct aanmelden via ons ZIEN Portaal.