Artikel

Ontwikkelingsvoorsprong bij kleuters? Zo signaleer je het op tijd!

Amin (4;4 jaar) zit in groep 1. Thuis is Amin graag bezig met het bouwen van ingewikkelde knikkerbanen, leest korte woordjes en heeft veel interesse voor kleine beestjes. Amin kan deze heel gedetailleerd natekenen. Amins ouders zien dat hun zoon veel moeite heeft met het maken van fouten. Als zijn tekening bijvoorbeeld mislukt, is Amin erg gefrustreerd en boos. Ze denken dat hij faalangst heeft. Amin gaat met tegenzin naar school en heeft vaak buikpijn.

Op school speelt Amin het liefst in de bouwhoek, waar hij graag hoge torens bouwt en deze met zijn vriendjes omver duwt. In het spel is Amin soms wat ‘bazig’, zo zegt zijn leerkracht. De leerkracht ziet dat hij in de kring vaak grapjes maakt, erg beweeglijk is en opstandig kan reageren. Wanneer er moeilijkere vragen gesteld worden weet Amin goed verwoord antwoord te geven. Soms denkt de leerkracht dat Amin wat meer uitdaging nodig heeft. Wanneer ze hem echter een uitdagende opdracht geeft, weigert hij en zegt hij dat hij in de bouwhoek wil spelen. 



Het is al vroeg in de schoolloopbaan van Amin duidelijk dat zijn ontwikkeling sneller verloopt. Veel van de lesstof die aangeboden wordt, is makkelijk voor Amin. Hij laat hierdoor op sommige momenten ongewenst gedrag zien. Ook heeft Amin door zijn perfectionisme een hoge lat voor zichzelf en durft hij geen uitdagende opdrachten te maken. Door zijn hoogsensitiviteit beleeft Amin emoties zeer intens. Amin heeft een ontwikkelingsvoorsprong. Dit houdt in dat een leerling zich sneller ontwikkelt dan leeftijdsgenoten. Vaak blijkt er dan later sprake van een hoog ontwikkelingspotentieel (‘hoogbegaafdheid’). Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong ervaren de wereld vaak intenser en zijn erg oplettend. Hun gevoeligheid blijft hun hele leven een belangrijk deel van wie ze zijn. Dit heeft een grote invloed op hoe ze zich voelen, denken en gedragen. Het is juist door hun gevoeligheid dat deze leerlingen zich vaak heel goed kunnen aanpassen aan wat de leerkracht van hen verwacht. Als een leerling ziet dat een klasgenootje complimentjes krijgt voor een tekening van een koppoter, denkt hij misschien: oké, de leerkracht vindt dit soort tekeningen mooi. De kans is groot dat hij zijn eigen gedrag aanpast en in plaats van een gedetailleerde tekening van een mens ook een koppoter gaat tekenen. Zo kan het gebeuren dat een leerling met een ontwikkelingsvoorsprong niet tijdig herkend wordt. Dit was ook bij Amin het geval. 

Het is belangrijk dat de school een ontwikkelingsvoorsprong vroeg signaleert, om te voorkomen dat een leerling gaat onderpresteren, probleemgedrag laat zien of een laag zelfbeeld ontwikkelt.

Maar hoe doe je dat nou, zo’n vroege signalering?

Ten eerste is een goede intake van belang. Wordt er een nieuwe leerling aangemeld op school? Neem de tijd om bij de ouders goed uit te vragen hoe hun leerling zich tot nu toe ontwikkeld heeft. Vraag tevens of er in de familie (mogelijk) sprake is van hoogbegaafdheid. Er zijn ook speciale instrumenten ontwikkeld om zo’n uitgebreide intake af te nemen, bijvoorbeeld ‘Knappe Kleuters’. Als ouders vermoeden dat hun kind een ontwikkelingsvoorsprong heeft, dan hebben zij daar vaak goede redenen voor. Het is dus belangrijk dat je de ouders serieus neemt. Ouders kunnen relevante en waardevolle inzichten delen over de ontwikkeling, interesses, behoeften en persoonlijkheid van hun kind. Dit helpt je om goed aan te kunnen sluiten op de behoeften van de leerling en is tevens een mooie eerste stap om een vertrouwensband op te bouwen met ouders. Misschien is er, naast wat de ouders delen, ook informatie vanuit de voorschool, peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf. Vraag deze dan op. Of nog beter; zorg voor een warme overdracht. Ook kun je vragen aan de ouders of ze foto’s kunnen meenemen van wat voor activiteiten hun kind graag doet thuis, wat het bouwt of maakt. Zo weet je welke verwachtingen je mag hebben van de leerling. Weet jij als leerkracht al voordat het kind naar school komt dat het mogelijk een ontwikkelingsvoorsprong heeft? Geef de leerling dan direct uitdagende taken en observeer hoe hij/zij hiermee omgaat. Geef daarnaast ook complexe opdrachten waarmee je het creatief denkvermogen vrij spel geeft! 

Na een gedegen intake, kan de leerkracht door observaties ook bijdragen aan een vroege signalering. Naast het gebruik van het leerlingvolgsysteem, kan er ook een signaleringsinstrument worden ingezet dat speciaal is ontwikkeld voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, zoals de DHH (Digitaal Handelingsprotocol Begaafdheid), SIDI-POKnappe Kleuters en Pientere Peuters.

Wil je middels vrije observaties de leerling beter in beeld krijgen? Kijk of je bij de leerling de zogenaamde ‘zijnskenmerken’ ziet. Tessa Kieboom schrijft in haar boek ‘Meer dan intelligent’ aan welke zijnskenmerken je een leerling met een ontwikkelingsvoorsrprong kunt herkennen. De kenmerken van het ‘cognitieve luik’ (denken) zijn: intellectuele capaciteiten (een IQ van >130), een hoge motivatie en groot creatief denkvermogen (cognitieve luik = denken). Daarbij zien we bij leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong nog vier andere bijzondere kenmerken, welke behoren tot ‘het zijnsluik’ (voelen). Deze leerlingen leggen de lat erg hoog voor zichzelf, zij beschikken over een groot rechtvaardigheidsgevoel, ze zijn hoogsensitief en tot slot erg kritisch ingesteld. 

Cognitieve luik en Zijnsluik, ‘Meer dan intelligent’ Tessa Kieboom 2015

Als laatste is het voeren van een kindgesprek ook een krachtig middel om leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong in kaart te krijgen. Hiervoor ontwierp de Expertgroep Jonge Kind van ZIEN in de Klas een mooi download ‘Kindgesprekken met jonge kinderen’: Download hem hier. 

Heb jij een vraag over een leerling waarbij je vermoedens hebt van een ontwikkelingsvoorsprong? Heb je hulp nodig in de begeleiding? Of wil je als school advies in je schoolbrede aanpak voor leerlingen met een (vermoedelijke) ontwikkelingsvoorsprong? Vroege signalering en begeleiding zijn essentieel om ervoor te zorgen dat een leerling zijn of haar potentieel optimaal kan ontwikkelen. ZIEN in de Klas denkt graag met je mee!

 

Marjolein Verhoef

Orthopedagoog / Onderwijskundig Adviseur
Onze expertgroep jonge kind

Ellen Kuipers

Onderwijsadviseur l Specialist Jonge Kind

Ella Janssen

Onderwijsadviseur l Orthopedagoog

Marjolein Verhoef

Onderwijsadviseur l Orthopedagoog

Sanne Floris

Onderwijsadviseur l Interim IB

Ontwikkelingsvoorsprong? Zo signaleer je het op tijd!
Deel dit artikel!